Niederländisch (Subject) / onregelmatige werkwoorden (Lesson)

There are 57 cards in this lesson

Niederländisch

This lesson was created by jacky3105.

Learn lesson

  • worden werd - werden is geworden
  • zeggen zei - zeiden gezegd
  • zien zag - zagen gezien
  • zijn was - waren geweest
  • zitten zat - zaten gezeten
  • zoeken zocht - zochten gezocht
  • zullen zou - zouden