gefallen / gefiel / hat gefallen
bevallen / beviel / is bevallen
direkt
direct
die Redensart / das Gesagte
het gezegde
herzlich
hartelijk
unruhig
roerig
attributiv / adjektiv
bijvoeglijk
stur / trotzig
koppig
positiv /komparativ / superlativ
de stellende trap /de vergrotende trap / de overtreffende trap
das Wetter
het weer
die Note
het cijfer
erwartet / erwartete
verwacht / verwachte
gerade / erst seit kurzem
net
taktvoll / taktvolle
tactvol / tactvolle
inzwischen / nunmehr
inmiddels
die Pute / der Truthan
de kalkoen
tief / niedrig
laag
hoch / höher / am höchsten
hoog / hoger / het hoogst
jemals / je
ooit
die Erde
op aarde
Grammatik Komparativ / Superlativ
Grundform + er/st. - leuk / leuker / het leukst - bei Adjektiven (bijvoeglijk naamwoord) die auf "-r" enden wird ein "-der" im Komparativ eingefüg duur / duurder / het duurst donker / donkerder / het donkerst - enden die Adjektive auf "-e" wird kommt im Komparativ nur ein "-r" und im Superlativ meist ein "meest" stupide - stupider - meest stupide
nervös
zenuwachtig / nerveus
der Ekel
de weerzin / de walg
einsam
eenzaam
verlassen / verließ / hat verlassen
verlaten / verliet / heeft verlaten
die Furcht / die Angst
de vrees
der Ärger / das Ärgernis
de ergernis
die Trauer
de rouw
der Nerv
de zenuw
der Stolz
stolz / stolzer / am stolzesten
de trots trots / trotser / het trotst/het meest trots
quälen / quälte / hat gequält
pesten / pestte / heeft gepest
die Sorge/n
de zorg/en
die Laune
de bui
verletzen / verwunden
kwetsen
Präposition / Verhältniswort
voorzetsels
erschöpft / erschöpfte / hat erschöpft
uitputten / uitputte / heeft uitgeput
wütend
woedend
erstaunt
verbaasd
zufrieden
tevreden
nunmehr / inzwischen / mittlerweile
inmiddels
rund / um / rund um
rond
erleben / erlebte / hat erlebt
meemaken / maakte mee / heeft meegemaakt (ook doormaken / doorleven)
das Problem / die Probleme
het probleem / de problemen
völlig
volledig
endlich / schließlich
(uit)eindelijk
nie / niemals
nooit
vermissen / vermisste / hat vermisst
(ver)missen / (ver)miste / heeft (ver)mist
verrückt sein nach jemandem
verslingerd zijn aan iemand
