Niederländisch (Subject) / R_Niederländisch / Vokabeln B (Lesson)
There are 103 cards in this lesson
woortjes inslijpen - Vokabeln einüben 2 / Febr. 2011
This lesson was created by Rita11.
- boodschrap Nachricht
- lawaai Lärm
- waaien blasen
- taai öde, langweilig
- draaien drehen
- maaien mähen
- mooi schön
- nooit niemals
- fooi Trinkgeld
- ooit jemals
- doei Tschüß
- moeilijk schwierig, mühsam
- opgroeien aufwachsen
- roeien klauen
- spa Mineralwasser
- fles Flasche
-
- raar komisch, seltsam
- dutje doen Nickerchen machen
- ergens irgendwo
- functie Fun´ction
- taken Aufgaben
- taak Aufgabe
- inhoudt beinhaltet
- genoemd genannt
- functie-eisen Funktionsanforderungen
- eis, eisen Anforderung, Anforderungen
- ijs Eis
- sollicitant Beweber
- b.v. z.B.
- opleiding Ausbildung
- ervaring Erfahrung
- enz. usw.
-
- arbeitsvoorwaarden Arbeitsbedingungen
- inlichtingen Auskünfte
- solliciteren bewerben
- werkfeer Arbeitsklima
- honorering Honorierung
- afhandelijk abhängig
- sollicitaties Bewerbungen
- schaduw Schatten
- uiteraard natürlich
- accommodatie Anpassung
- beschikbaar verfügbar
- noemen nennen
- instelling Einsetzung
- spijbelen schwänzen
- sommige einige
- gang Bande
- knippen schneiden
- verplaatsen umsetzen, verlegen
-