There are 64 cards in this lesson
adsf
This lesson was created by moritzcm.
Learn lesson
back |
next
1
/
2
-
befaamd
bekannt, berühmt
-
het hout
Holz
-
stoken
heizen
-
het feit
Tatsache, Fakt
-
kwijt
kwijt zijn
verloren, los weg sein (verloren)
-
bloot
nackt
-
neer
nieder
-
zaaien
sähen
-
de boel
Haufen, Menge
-
slepen
schleppen
-
doorheen
hindurch
-
schitteren
glänzen
-
ludiek
spielerisch
-
eigenwijs
eigensinnig
-
matig
mäßig, schlicht
-
de ramp
Katastrophe
-
-
de geur
Geruch
-
het verzet
Widerstand, Auflehnung
-
vervangen
ersetzen, austauschen
-
verschenen
erscheinen
-
overtollig
überschüssig
-
anders
andernfalls, sonst
-
zoenen
küssen
-
opvoeden
erziehen, aufziehen, großziehen (Kinder)
-
de vergadering
Sitzung, Versammlung, Tagung
-
de uitslag
Ergebnis, Ausgang
-
de betrokkenheid
Beteiligung, Engagement
-
het jasje
Jacke
-
het verzoek
Anfrage, Anliegen, Ersuch
-
indienen
einreichen
-
bijpraten
Neuigkeiten austauschen, sich auf den neuesten Stand bringen
-
de notulen (mv)
Protokoll
-
-
besturder
Vorstand, Vorstandsmitglied
-
ondanks
trotz, ungeachtet
-
klaarmaken
fertig machen
-
afwachten
abwarten
-
iem. laten weten
jdm. Bescheid sagen
-
afhankelijk
abhängig
-
liegen
lügen
-
de leugen
Lüge
-
reuze
gewaltig, rieisig
-
iets voltooien
etw. abschließen (vollenden)
-
indien
wenn, falls, sofern
-
klussen
Kleinigheiten erledigen, kleinere Arbeiten erledigen
-
bedrieglijk
irrenführend
-
tevens
ebenfalls, gleichzeitig
-
uiteraard
selbstverständlich
-
iets overwegen
etw. bedenken, erwägen
-
de opzet
Absicht
-
de taak
Aufgabe, Auftrag
-
back |
next
1
/
2
