Holländisch (Subject) / Woordenlijst 3 (Lesson)
There are 79 cards in this lesson
de meest frequente woorden 385 - 525
This lesson was created by moritzcm.
- vanuit ervaring spreken aus Erfahrung sprechen
- betreffen betreffen
- de kracht Kraft
- de heer Herr
- meteen sofort, gleich
- de rol Rolle
- slapen (heb geslapen) schlafen (perfectum)
- zowel sowohl
- de blik Blick
- rijden (heb gereden) fahren, reiten (perfectum)
- de kans Chance, Aussicht, Möglichkeit
- de brief Brief
- de aandacht Aufmerksamkeit, Beachtung
- de richting Richtung
- gelden gelten, zutreffen
- verschillen sich unterscheiden, verschieden sein
-
- werkelijk wirklich, tatsächlich
- de geest Geist
- het beeld Bild, Statue, Skulptur
- verwachten (heb verwacht) erwarten (perfectum)
- de oorlog Krieg
- overlijden (ben overleden) sterben (perfectum)
- zacht mild, weich, sacht
- meestal meistens, meist
- nauwelijks kaum
- de schouder Schulter
- klinken (heb geklonken) klingen (perfectum)
- tenslotte letztendlich, schlussendlich
- de invloed Einfluss
- het hart Herz
- de zoon Sohn
- immers schließlich
-
- bezig beschäftigt
- de wet Gesetz
- los locker
- bang ängstlich
- heten (heb geheet) heißen (perfectum)
- het dier Tier
- beschouwen betrachten, ansehen
- herinneren (heb herinnerd) erinnern (perfectum)
- de lucht Luft
- bieden (heb geboden) bieten (perfectum)
- plotseling plötzlich
- voor iem zorgen für jemanden sorgen, jemanden betreuen
- gezien angesichts, in Anbetracht
- gemakkelijk leicht, einfach
- behoren (heb behoord) gehören (perfectum)
- laag niedrig, tief
- donker dunkel
- het verschil Unterschied, Differenz
-