Holländisch (Subject) / A1a Capter 8 (Lesson)
There are 78 cards in this lesson
Vocabulary from the Book Nederlands in gang
This lesson was created by moritzcm.
- de makelaar der Makler
- de woonruimte Wohnraum
- de stad Stadt
- mezelf mir/mich selbst
- samenwonen zusammen wohnen
- bepaald bestimmt
- de woning Haus
- de tuin Garten
- de bovenwoning Obergeschoss-Wohnung
- het appartment Appartment
- de mogelijkheid Möglichkeit
- zien ik zie jij ziet hij ziet wij zien jullie zien zij zien sehen
- het formulier das Formular
- maximaal maximal
- de huurprijs Mietpreis
- huren mieten
-
- laten zien zeigen
- derde dritte
- de verdieping Stockwerk, Etage
- oud alt
- de buurt die Nachbarschaft
- ver weit
- het centrum das Zentrum
- dicht bij nahe an
- het park Park
- de woonkamer Wohnzimmer
- vierkante meter quadrat meter
- vierkant Quadrat
- open offen
- de keuken die Küche
- de splaapkamer Schlafzimmer
- het balkon der Balkon
-
- het westen Westen
- de gang Gang
- de wc Toilette
- eenvoudig einfach
- de badkamer das Badezimmer
- hoeven brauchen
- het bad Bad
- gebruiken nutzen
- geschikt praktisch
- het huis Haus
- want denn
- verhuren vermieten
- gemeubileerd möbiliert
- de kast Schrank
- het bed Bett
- de stoel Stuhl
- het bureau Schreibtisch
- de bank Sofa, Couch
-