Niederländisch (Fach) / Niederländisch (Lektion)
In dieser Lektion befinden sich 428 Karteikarten
Niederländisch für Anfänger
Diese Lektion wurde von Alix erstellt.
- de wijn der Wein
- nou nun
- proost Prost!
- op je verjaardag auf deinen Geburtstag
- bedankt danke
- het poosje kleine Weile, etwas
- laater später
- laater spät
- zullen sollen
- een keer einmal, eine Runde
- dat is das ist
- goed gut
- het idee die Idee
- hetzelfde das Gleiche
- graag gerne
- dit diese
-
- het rondje die Runde
- betalen zahlen
- geven geben, bringen
- het glas das Glas
- afrekenen zahlen
- alles alles
- daarom darum
- eerste erste
- tweede zweite
- de vriend der Freund
- de fotograaf der Fotograf
- de straat die Straße
- tegenkomen treffen
- hé hey
- geleden her ( im Sinne von komm mal her)
- zeg Sag mal
-
- prima gut
- jou dir
- het gaat wel geht so
- het probleem das Problem
- buren Nachbarn
- belangrijk wichtig
- gaan fahren
- over in
- het weekje de week die Woche
- Veneti:e Venedig
- wauw wow /toll
- prachtig wunderschönes
- veel viele
- maken machen
- sinds seit
- de camcorder der Camcorder
- romantisch romantisch
- de film der Film
-