Niederländisch (Fach) / Bommenmeisje1 (Lektion)

In dieser Lektion befinden sich 147 Karteikarten

Vokabeln aus dem Buch

Diese Lektion wurde von Albershof erstellt.

Lektion lernen

  • omheining Zaun
  • introduceerde eingefuehrt
  • smeris Polizist
  • ontdooid getaut
  • te ruilen Austausch
  • moest ophouden met bestaan sollte aufhoeren zu existieren
  • daarna prees ze Dann lobte sie
  • op een waardige manier mit Wuerde
  • zuinigheid Wirtschaft
  • lafaards Feiglinge
  • buitenissig Laune
  • zuinigheid Sparsamkeit
  • tronie Visage
  • ziektewetuitkering Krankengeld
  • de boel opschudden schuetteln Dinge
  • een mep ein Schlag
  • fatsoenlijk anstaendig
  • fatsoenlijk werk menschenwuerdige Arbeit
  • verkiezingen Wahlen
  • ingewikkeld kompliziert
  • een smak geld eine Menge Geld
  • draaide hij altijd verlies machte er immer Verlust
  • uitgescheurde zerrissen
  • ongeschoolde ungebildet
  • solliciteren anwenden
  • gretige blik eifrigen Blick
  • om de smerissen in de maling te nemen nehmen die Bullen taeuschen
  • smerissen Cops
  • wat zou het gaaf zijn was es waere cool,
  • dat hij zich zou verbeelden er wuerde sich vorstellen,
  • een schaar Schere
  • onzedelijk unmoralisch
  • in ruil daarvoor als Ausgleich
  • stakker armen Teufel
  • rekenfout Fehlkalkulation
  • eis Anforderung
  • stop met herrie schoppen stoppen Krawalle
  • meegaand op te stellen entgegenkommend zu zeigen
  • lichaamsvocht Koerperfluessigkeiten
  • decennium Jahrzehnt
  • blunder Entgleisung
  • tweevoud Duplikat
  • lotgenoten Freunde
  • kwajongensstreken dumme Streiche
  • scrotum Hodensack
  • muggenziften Erbsenzaehlerei
  • aanbiddelijk bezaubernd
  • boender Waescher
  • ver boven haar verheven was weit ueber ihr
  • droogstoppel Strohtrocken