Niederländisch (Fach) / Niederländisch U2 (Lektion)
In dieser Lektion befinden sich 78 Karteikarten
Alltagsvokabeln und Sätze
Diese Lektion wurde von ulibrandt erstellt.
- Ich nehme noch ein broodje gezond, wenn das geht ik neem nog een broodje gezond als dat kan In Nederland is een broodje gezond een broodje belegd met kaas, wat rauwkost, plakjes ei en soms mayonaise of ham. Het resultaat is hoog in calorieën en zout, ...
- Vom Ursprung besteht koffie verkeerd oft aus einem ... Van oorsprong bestaat koffie verkeerd vaak uit één deel filterkoffie en één deel warme melk. Het lijkt dan qua smaak wel op de Franse Grand Crème(een dubbele café creme), de Noord-Europese café ...
- für mich ein Bier, bitte voor mij een biertje, graag
- ich nehme einen koffie verkeerd ik neem een koffie verkeerd
- Bedeutung betekenis
- Was passiert da eigentlich? Wat gebeurt er eigenlijk?
- ich bin schon 20 Jahre verheiratet ik bin al 20 jaar getrouwd
- wer wie
- Wenn du verstehst, was ich meine. Als je begrijpt wat ik bedoel.
- wann kommst du wieder mal nach hause? waneer kom je weer een keertje naar huis?
- die nächsten zwei Unterrichte kann ich nicht kommen, ... in de volgende twee lessen kann ik niet komen ik ben twee weeken op vakantie
- weil omdat
- zum Beispiel bijvoorbeld
- vor zwei Wochen twee weeken geleden
- abfahren vertrekken
- verreisen op reis gaan
- ich verstehe sehr viel, aber ich kann nicht sprechen ... ik begrijp heel veel, maar ik kan niet spreken
- mir fehlen die Vokabeln / der Wortschatz ik mis de woordenschat
- Wie sieht sie aus? Hoe ziet zij eruit?
- häßlich | häßlicher - am häßlichsten | lelijk | lelijker - het lelijkst
- gut aussehend knap van uiterlijk
- schlank gebaut sein slank van bouw zijn
- die Sommersprosse | die Sommersprossen [p] de sproet [f] | de sproeten [p] het sproetje, de sproetjes
- ulkig, spaßig grappig
- kann (darf) man das sagen? kan je dat zeggen?
- Ich weiß nicht genau, was du meinst. Ik weet niet precies wat jij bedoelt.
- das Gebäude | die Gebäude [p] het pand | de panden [p] [gebouw]
- früher, ehemals voorheen
- schicken | schickte - hat geschickt | versturen | verstuurde - heeft verstuurd | [naar]
- getreu | getreue getrouw | getrouwe
- die Angst vor dem Weltall de angst voor het heelal
- Diese Seite meines Bruders hatte ich noch nicht entdeckt, ... Deze kant van mijn broer had ik nog niet ontdekt en het beviel me prima. bevallen heißt auch niederkommen
- Darf ich schnell mal telefonieren? Mag ik even opbellen?
- die Europäische Schwarze Witwe [Latrodectus mactans ... de Europese zwarte weduwe [Latrodectus mactans tredecimguttatus / Latrodectus malmignatte]
- weit | weiter - am weitesten | ver | verder - het verst in de verre toekomst - in ferner Zukunft
- dir selbst / dir selber dich selbst jouzelf / jou zelf
- der aktive Wortschatz de actieve woordenschat
- können Sie übersetzen? kannst du übersetzen? kunt je vertalen? kun je vertalen?
- das Gerät | die Geräte [p] het toestel | de toestellen [p] het gerei, de apparatuur, het apparaat
- Das Gerät funktioniert nicht. Het toestel doet 't niet.
- der Geschirrspüler | die Geschirrspüler de vaatwasser [m] | de vaatwassers [p]
- den Abwasch erledigen de vaat doen
- Kaffeemaschine koffiezetapparaat
- aus dem Fenster schauen uit het raam kijken
- richtig - falsch juist - vals
- Erlaubnis, Zulassung vergunning
- ungefähr ongeveer
- Verletzung letsel
- Herd fornuis
- toll, gewaltig, großartig geweldig | geweldige toll | tolle [großartig]