Niederländisch (Fach) / R_Niederl. f. Anfänger_Taal vital (Lektion)
In dieser Lektion befinden sich 105 Karteikarten
Lektion 5
Diese Lektion wurde von Rita11 erstellt.
- Dat vind ik wel! Das finde ich sehr wohl so.
- het ontbijt Frühstück
- klaarmachen (zu)bereiten, machen
- begin (beginnen) beginnen, anfangen
- naar huis nach Hause
- het huishouden Haushalt, Hausarbeit
- de afwas Abwasch
- we gaan ook wel eens uit (uitgaan) wir gehen auch schon mal aus/weg (ausgehen)
- meestal meistens
- na nach (zeitlich)
- fout fehlerhaft, falsch
- de zin Satz
- verbeteren verbessern, korrigieren
- vaak oft
- af en toe ab und zu
- het jazzballet Jazzballett
-
- het avondeten Abendessen
- ruimt op (opruimen) aufräumen
- de melk Milch
- de ham Schinken
- de boter Butter
- de yoghurt Joghurt
- de jam Marmelade
- het ei Ei
- de hagelslag Schokoladenstreusel
- de suiker Zucker
- de honing Honig
- het fruit Obst
- de ontbijtkoek Frühstückskuchen
- de pindakaas Erdnussbutter
- de muesli Müsli
- de boterham Brotscheibe
-
- de kaas Käse
- het sinaasappelsap Orangensaft
- het brootje Brötchen
- de worst Wurst
- door de week unter der Woche
- toe zu, dazu
- belangrijk wichtig
- het bezoek Besuch
- meteen gleich, sofort
- snel schnell, direkt
- weg weg
- van harte welkom herzlich willkommen
- ieder jede(r/s)
- het koekje Plätzchen, Keks
- de koektrommel Keksdose
- dicht zu
- onhartelijk unfreundlich
- zichzelf sich selbst
-