Niederländisch (Fach) / Lektion 7 (Lektion)
In dieser Lektion befinden sich 195 Karteikarten
-
Diese Lektion wurde von CaroleZ erstellt.
Diese Lektion ist leider nicht zum lernen freigegeben.
- Brief de brief
- staubsaugen stofzuigen
- verkaufen verkopen
- jdn. beraten, einen Rat geben raad geven
- Brot schneiden het brood snijden
- Stau de file
- Hausmann de huisman
- Busfahrer de buschauffeur
- sauber machen, putzen maakt schoon (schoonmaken)
- Kaffepause haben koffiepauze hebben
- seine zijn
- Stellenanzeige de personeeladvertentie
- sehen, antreffen tegenkomen
- Funktion, Tätigkeit de functie
- Aufgabe de taak
- Anforderung de eis
- Gehalt het salaris
- Bewerbungsart de sollicitatiewijze
- beinhalten inhouden
- Umschreibung de omschrijving
- genannt (nennen) genoemd (noemen)
- man men
- Bewerber de sollicitant
- z.B. bv. (bijvoorbeeld)
- Ausbildung de opleiding
- Erfahrung de ervaring
- Geld het geld
- regelmässig regelmatig
- Arbeitsbedingungen de arbeidsvoorwaarden
- Arbeitsstunden de werkuren
- Renten- Pensionsregelung de pensioenregeling
- Urlaubstag de vakantiedag
- Information de inlichting
- bewerben solliciteren
- schriftlich schriftelijk
- persönlich persoonlijk
- vorstehend, obengenannt bovenstaand
- Diplom Krankenpfleger-Ausbildung het diploma A (Algemeenverpleegkundige)
- Fachhochschule für Krankenpfleger HBO-V (Hoger Beroepsonderwijs Verplegkundige)
- breit breed
- Grundlage de basis
- Pflegestatoin de verpleegafdeling
- Team het team
- Untersuchung het onderzoek
- Behandlung de behandeling
- erledigen, ausführen verrichten
- geboten bieten geboden (bieden)
- kollegial collegiaal
- Arbeitsatmosphäre de werksfeer
- Gehalt de honorering