Niederländisch (Fach) / URV (Lektion)
In dieser Lektion befinden sich 92 Karteikarten
Verben
Diese Lektion wurde von buese erstellt.
Diese Lektion ist leider nicht zum lernen freigegeben.
- schrijven schreef
- slapen sliep
- sluiten sloot
- snijden sneed
- spreken sprak
- springen sprong
- staan stond
- steken stak
- stelen stal
- sterven stierf
- trekken trok
- vallen viel
- vangen ving
- varen voer
- vechten vocht
- verbieden verbood
- verdwijnen verdween
- vergeten vergat
- verlaten verliet
- verliezen verloor
- vertrekken vertrok
- vinden vond
- vliegen vloog
- vragen vroeg
- wassen waste
- werpen wierp
- weten wist
- wijzen wees
- willen wilde
- winnen won
- worden werd
- zeggen zei
- zenden zond
- zien zag
- zijn was
- zingen zong
- zitten zat
- zoeken zocht
- zullen zou
- zwemmen zwom
- zwijgen zweeg
- Test Test1 Test2 Test3