Niederländisch (Subject) / Help! 1 (Lesson)
There are 18 cards in this lesson
Wochentage , Farben, Monate
This lesson was created by elliNL.
- Dienstag Dienstags/jeden Di dinsdag dinsdags
- Mittwoch Mittwochs/jeden Mi woensdag s'woensdags
- Donnerstag Donnerstags/jeden Do donderdag donderdags
- Freitag Freitags/jeden Fr vrijdag vrijdags
- Samstag Samstags/jeden Samstag zaterdag zaterdags oder s'zaterdags
- Sonntag sonntags/jeden So zondag zondags oder s'zondags
- heute vandaag
- gestern gisteren
- 1. morgen 2. der Morgen morgen
- morgen früh, morgen Vormittag morgenochtend
- Januar Februar März januari februari maart
- April Mai Juni april mei juni
- Juli August September juli augustus september
- Oktober November Dezember oktober november december
- gelb blau braun geel blauw bruin
- weiß schwarz bunt wit zwart bont
-
- purpur/lila/violett rosa/pink grün paars roze groen
- orange grau rot oranje grij rod