Niederländisch (Subject) / Lektion 9 (Lesson)

There are 136 cards in this lesson

-

This lesson was created by CaroleZ.

Learn lesson

This lesson is not released for learning.

  • modern modern
  • Architektur de architectuur
  • Würfelwohnung de kubuswoning
  • Maasboulevard de Maasboulevard
  • Erasmusbrücke de Erasmusbrug
  • sogenannt bijgenaamd (noemen)
  • Schwan de zwaan
  • das (betont) hét
  • Blumenland het bloemenland
  • Blumenzwiebelfeld het bollenveld
  • Nord- noord
  • Narzissen de narcis
  • Hyazinthen de hyacint
  • weltberühmt wereldberoemd
  • jährlich jaarlijks
  • viele vele
  • Blume de bloem
  • März maart
  • September september
  • während gedurende
  • Blumenkorso het bloemencorso
  • Blumenauktion de bloemenveiling
  • Besucher de bezoeker
  • gut ruim
  • Drittel het derde
  • kommt aus is afkomstig uit
  • (ein-)bringen levert op (opleveren)
  • Milliarde miljard
  • Umsatz de omzet
  • ausgeben besteden
  • Exportwert de exportwaarde
  • Pflanze de plant
  • wirtschaftliche economisch
  • Faktor de factor
  • Aussenministerium Ministerie v. Buitenland. Zaken
  • Angelegenheit de zaak