Niederländisch (Subject) / Lektion 7 (Lesson)

There are 195 cards in this lesson

-

This lesson was created by CaroleZ.

Learn lesson

This lesson is not released for learning.

  • Schiff het schip (schepen)
  • kleinst kleinst
  • Einzelheit het detail
  • ausgearbeitet (ausarbeiten) uitwerkt (uitwerken
  • Komposition de compositie
  • Komposition de compositie
  • Standpunkt, Ansicht het standpunt
  • interessant interessant
  • bildhaft het beeld
  • typisch typisch
  • aufgewachsen (aufwachsen) opgegroeid (opgroeien)
  • Bollenstreek (Landstrich, in dem Blumenzwiebeln gezüchtet werden) de bollenstreek
  • Süd-Holland Zuid-Holland
  • begann (begonnen) begonnen (beginnen)
  • Kurs de cursus
  • Kunstakademie de Vrije Academie
  • Abendkurs de avondcursus
  • königlich koninklijk
  • belag, besuchte (belegen, besuchen) gevolgd (volgen)
  • selbstständig zelfstanding
  • tätig werkzaam
  • am Rhein a/d Rijn
  • ausstellen exposeren
  • under anderem o.a. (onder andere)
  • Teil het deel
  • Kunstmarkt de kunstmarkt
  • Wanderung de wandeltocht
  • Skizzenbuch het schetsboekje
  • Fotoapparat het fototoestel
  • Hand de hand
  • Art und Weise de wijze
  • sammeln verzamelen
  • Informationen de gegevens (het gegeven)
  • sonnenbeschienen zonovergoten
  • Sandweg het zandpad
  • Wassergraben de sloot
  • gemeint (meinen, denken) meent (menen)
  • miniatur miniatuur
  • IJssel de IJssel
  • Atelier het atelier
  • zusammenfügen voeg samen (samenvoegen)
  • charakteristisch karakteristiek
  • Element het element
  • bestehen, existieren bestaan
  • Wirklichkeit de werkelijkheid