Niederländisch (Fach) / R_Niederländisch Lektion2 (Lektion)
In dieser Lektion befinden sich 28 Karteikarten
Pons Wortschatztraining / unterwegs - onderweg
Diese Lektion wurde von Rita11 erstellt.
- Können Sie mir den Weg zeigen? kunt u mij de weg wijzen?
- Wo ist die Kerkstraat? waar is de Kerkstraat?
- Sie müssen geradeaus u moet rechtdoor
- abbiegen afslaan
- nach rechts rechtsaf
- die erste Straße nach der Tankstelle de eerste straat na het tankstation
- rechts rein. rechtsaf.
- nach links linksaf
- auf der rechten Seite aan der rechterkant
- zu Ihrer Rechten aan uw rechterhand
- auf der linken Seite aan de linkerkant
- zu Ihrer Linken aan uw linkerhand
- zurück terug
- an der Ecke op de hoek
- in der Nähe vlakbij
- das sind nur fünf Minuten zu Fuß dat is maar vijf minuutjes lopen
-
- weit weg ver weg
- über die Brücke over de brug
- am Fluß entlang langs de rivier
- durch den Tunnel door de tunnel
- am Bahnhof op het station
- Hauptbahnhof het centraal station
- Schalter het loket
- Einzelfahrkarte het enkeltje
- ist eine Rückfahrkarte günstiger? Is een retourtje goedkoper?
- der Zug nach Zandvoort fährt in wenigen Minuten auf Gleis 4 ein. de trein naar Zandvoort komt over enkele minuten binnen op spoor 4.
- der Zug nach Den Haag fährt von Gleis 9 ab. de trein naar Den Haag vertrekt vanaf spoor 9.
- Verspätung de vertraging