Niederländisch (Fach) / Lektion 5 (Lektion)
In dieser Lektion befinden sich 299 Karteikarten
Niederländisch Lektion 5
Diese Lektion wurde von askan erstellt.
- wereld Welt
- wijze Weise
- invloed Einfluß
- koloniaal kolonial
- voortreffelijk hervorragend, ausgezeichnet
- een jaar of twee etwa zwei Jahre
- huwelijk Ehe, Hochzeit
- kop Kopf
- onderduiken untertauchen
- versturen verschicken
- kok/kokkin Koch/Köchin
- zolderkamer Dachboden
- zover soweit
- afrekenen bezahlen
- toevallig zufällig
- terugkeren zurückkommen
-
- nodig nötig, notwendig
- ruzie Streit
- (zich) verontschuldigen (sich) entschuldigen
- kritiek Kritik
- Noord-Amerika Nordamerika
- soort Art, Sorte
- shampooën shampoonieren
- menukaart Speisekarte
- menu Menü, Speisekarte
- stipt pünktlich
- vriendin Freundin
- dief Dieb
- succes Erfolg
- boterham Butterbrot
- opklimmen (hinauf)steigen, aufrücken, hinaufklettern
- zoon Sohn
-
- aan sport doen Sport betreiben
- saven speichern
- vreselijk schrecklich, furchtbar
- thuisblijven zu Hause bleiben
- roman Roman
- apparaat Apparat
- tennissen Tennis spielen
- meesterwerk Meisterwerk
- trainen trainieren
- per pro
- verkeerd falsch, verkehrt
- wandeling Spaziergang
- opname Aufnahme
- popmuziek Popmusik
- bereiken erreichen
- beide beide
- in totaal insgesamt
- gisteravond gestern Abend
-