Niederländisch Vokabeln (Fach) / Druk (Lektion)
In dieser Lektion befinden sich 84 Karteikarten
Lektion 7
Diese Lektion wurde von buese erstellt.
Diese Lektion ist leider nicht zum lernen freigegeben.
- onderwijs n Unterricht
- opleiding f Ausbildung
- werkervaring Arbeitserfahrung
- curriculum vitae Lebenslauf
- hogeschool Hochschule
- vereniging (f) , Verein
- wekelijks wöchentlich
- politiek (f) Politik
- beslissing Entscheidung, Entschluß
- gemeente m Gemeinde
- burger m Bürger
- partij Partei
- hart n Herz
- ziel Seele
- bezighouden sich beschäftigen
- interesse Interesse
-
- middelbare school weiterführende Schule
- politie f Polizei
- economie Wirtschaft
- deeltijt Teilzeit
- kantoor m Büro
- makkelijk bequem, leicht, einfach
- cobineren kombinieren
- overuur Überstunde
- landbouw Landwirtschaft
- productie Produktion
- levensmiddel n Lebensmittel
- graag gern geschehen
- beroep n Beruf
- ervaring f Erfahrung
- praktijk Praxis
- moeite doen sich Mühe geben
-
- onderdeel , Teil
- deel Teil
- geheel (n) Ganze, Gesamtheit
- gesprek n Gespräch
- milieu , Umwelt
- voltijt Vollzeit
- betalen bezahlen
- wetenschap Wissenschaft
- bibliothecaris Bibliothekar
- medewerker m Mitarbeiter
- ingenieur Ingenieur
- arts m Arzt
- acteur m / actrice f Schauspieler / Schauspielerin
- kapper m Frisör
- uitzendbureau Vermittlungsbüro für Zeitarbeit
- loodgieter m Klempner
- werkloos arbeitslos
- stage Praktikum
-