Niederländisch Vokabeln (Fach) / 7 Laat je nakijken (Lektion)

In dieser Lektion befinden sich 48 Karteikarten

op naar de eindstreep

Diese Lektion wurde von MirjamH erstellt.

Lektion lernen

  • aanmaken maakte aan,aangemaakt herstellen,anfertigen
  • aanschaffen schafte aan, aangeschaft erwerben,anschaffen
  • aantonen toonde aan,aangetoond ergeben,nachweisen
  • aarzelen aarzelde,geaarzeld  
  • opdoen deed op, opgedaan erwerben, aufgabeln
  • opzien tegen zag op, opgezien sich scheuen vor
  • persconferentie persconferenties Pressekonferenz
  • pesten pestte,gepest ärgern,hänseln,mobben,schikanieren
  • praktijk( in de-) in der Praxis
  • raadzaam empfehlenswert
  • recreatiecommissie recreatiecommissies Freizeitkommission
  • richten ( zich- op) richtte,gericht sich richten auf
  • rouwverwerking geen meervoud Trauerarbeit
  • schap de/het, schappen Regal
  • slaan( in elkaar-) sloeg,geslaagen zusammenschlagen
  • sociale vaardigheid vaardigheden Sozialverhalten
  • soepel gelenkig, biegsam
  • somber schwermütig,trübselig
  • spanningsklacht spanningsklachten Spannungsbeschwerden
  • specificeren specificeerde,gespecificeerd spezifizieren
  • stage stages Praktikum
  • stapje voor stapje Schritt für Schritt, nach und nach
  • tegenin gaan dagegen vorgehen
  • tegenstelling tegenstellingen Gegensatz
  • telen teelde,geteeld anbauen,züchten,ziehen
  • tenzij außer wenn, es sei denn,dass
  • toepasbaar anwendbar,verwendbar
  • uitdaging uitdagingen Herausforderung
  • uitstapje het; uitstapjes Ausflug, Tour, Abstecher
  • vaardigheid vaardigheden Geschicklichkeit, Fertigkeit
  • vaatziekte vaatziekten, vaatziektes Gefäßerkrankung, Gefäßkrankheit
  • van jongsafaan von klein auf
  • verbergen verborg,verborgen verstecken
  • vereniging verenigingen Verein, Vereinigung
  • vergadering vergaderingen Verein, Vereinigung
  • vergoeden vergoedde,vergoed erstatten, vergüten
  • verhelderen verhelderde,verhelderd erklären
  • verlegen schüchtern
  • vermoedelijk vermutlich
  • verwachtingsvol erwartungsvoll
  • voorts weiter, ferner
  • voorkeur( bij---) am liebsten
  • vrezen voor vreesde,gevreesd fürchten (um), befürchten
  • wederzijds gegenseitig
  • woordvoerder woordvoerders Wortführer, Sprecher
  • zegsman zegslieden Sprecher,Gewährsmann
  • zeldzaam selten,rar,außergewöhnlich
  • zelfvertrouwen het; geen meervoud Selbstvertrauen