Niederländisch (Fach) / Op naar de eindstreep Lektion 1 (Lektion)
In dieser Lektion befinden sich 83 Karteikarten
Sport
Diese Lektion wurde von MelArs erstellt.
- plaatsvinden stattfinden
- ploeg Mannschaft, Team
- polsstok Stab
- proefles Probestunde
- punt Punkt
- racket Tennisschläger, Schläger
- raken berühren, treffen
- roeien rudern
- schaken Schach spielen
- scheidsrechter Schiedsrichter
- shuttle Federball
- spelregel Speilregel
- sportcentrum Sportzentrum
- strook Streifen
- stuiteren das Spielfeld berühren
- teamsport Mannschaftssport
-
- tegenpartij Gegenpartei, Gegenspieler
- tegenstander Gegner, Kontrahent
- tegenwoordig heute, heutzutage
- terugslaan zurückschlagen
- tijdstraf Zeitstrafe
- toespelen zuspielen
- traditioneel traditionell
- veld Feld
- verdedigingsvak Hinterfeld
- verlaten verlassen
- veroveren erobern
- vingertop Fingerspitze
- voorkomen verhindern, vorbeugen
- wedstrijd Wettstreit, Wettbewerb
- wielrennen Rennrad fahren, Radrennen
- zwembroek Badehose
-
- zwempak Schwimmanzug