Niederländisch (Fach) / R_Niederländisch / Vokabeln A (Lektion)
In dieser Lektion befinden sich 142 Karteikarten
woordjes inslijpen - Vokabeln einüben 1 / Febr. 2011
Diese Lektion wurde von Rita11 erstellt.
- woordjes inslijpen Vokabeln einüben
- vloek Fluch
- kruisen, kruiste, heeft gekruist kreuzen, kreuzte, hat gekreuzt
- tevoren zuvor
- vermoeden, vermoedde, heeft vermoed vermuten, vermutete, hat vermutet
- luiden, luidde lauten, lautet
- vonnis, vonnist Urteil, urteilte
- drugsmokkelaars Drogenschmuggler
- berusten, berustte, heeft berust resignieren, resignierte, het resigniert
- besteden, bestedde, heeft bested aufwenden, wendete auf, hat aufgewendet
- vergewissen, vergewiste vergewissern, vergewisserte
- chassis Rahmen, Fahrgestell
- roesten, roeste, is geroest rosten, rostete, ist gerostet
- fronsen, fronste, heeft gefronst runzeln, runzelte, hat gerunzelt
- missen, miste entbehren, entbehrte vermissen, vermisste
- verzuimen versäumen
-
- peloton Pulk (eine Gruppe-z.B. Radfahrer)
- toekennen zusprechen
- renner Fahrer
- verguld, vergulde vergoldet, vergoldete
- pil Pille
- coureur Rennfahrer
- leverencier Lieferant
- houden, hield, heeft gehouden halten, hielt, hat gehalten
- volop vollauf, reichlich
- uitstapjes Ausflug
- kruik Krug
- smart Schmerz, Sehnsucht
- ruiten Fensterscheibe, Glasscheibe
- condenseren, condenseerd kondensieren, kondensierte
- veiling Versteigerung
- erop rauf, drauf, hinauf
-
- kruiden Kräuter, Gewürze
- voorspeld prophezeit, sagt voraus
- stenen Steine
- kans Chance, Möglichkeit
- patij Partie, Part, Party
- belang Bedeutsamkeit
- cadeau Geschenk
- vervangen ersetzen
- gunnen, gunde gönnen, gönnte
- samenvatting Zusammenfassung
- eindexamen Examen
- opleiding Ausbildung
- beeld, belden Bild, Bilder
- standpunt Standpunkt
- boom, bomen Baum, Bäume
- revier Revier
- stad, steden Stadt, Städte
- onderwerp Thema, Betreff
-