Niederländisch (Fach) / Lektion 5 (Lektion)
In dieser Lektion befinden sich 299 Karteikarten
Niederländisch Lektion 5
Diese Lektion wurde von askan erstellt.
- verwerken verarbeiten
- televisie kijken fernsehen
- een aantal personen einige Personen
- verliezen verlieren
- inkopen einkaufen
- klassiek klassisch
- volleybal Volleyball
- aanbevelen empfehlen
- betekenen bedeuten
- in het huwelijk treden in den Ehestand treten, heiraten
- concertgebouw Konzerthalle
- een vraag stellen eine Frage stellen
- lijden leiden
- functie Funktion, Amt, Tätigkeit
- bellen klingeln, anrufen
- hartstikke ganz, total
- kaart Karte
- durven wagen, sich trauen
- voor het eerst zum ersten Mal
- conflict Konflikt
- omgaan met umgehen mit
- restaurant Restaurant
- rasecht waschecht
- tijdens während
- reserveren reservieren
- gezond gesund
- telefoon Telefon
- dood Tod
- Eet smakelijk! Guten Appetit!
- galerij Galerie
- hopen hoffen
- kritiek uitoefenen op iemand/iets Kritik an jemandem/etwas üben
- tonen zeigen
- fout Fehler
- meid Mädchen
- so vaak mogelijk so oft wie möglich
- autorijden Auto fahren
- veranderen sich (ver)ändern
- arrestatie Verhaftung, Festnahme
- vroeger früher
- zaak Sache, Ding, Laden, Geschäft, Betrieb
- publiceren veröffentlichen
- breien stricken
- pech Pech, Panne
- ervaring Erfahrung
- tennisbaan Tennisplatz
- dansen tanzen
- steeds immer
- toestemming Zustimmung, Einverständnis
- handelsbedrijf Handelsunternehmen