Niederländisch (Fach) / Niederländisch Lektion 15 (Lektion)
In dieser Lektion befinden sich 121 Karteikarten
Vokabeln Lektion 15
Diese Lektion wurde von MrToobsen erstellt.
- Kleidung de kleding
- tragen dragen http://verben.woxikon.de/verbformen-niederlaendisch/dragen.php
- Anzug het pak
- Kostüm het kostuum
- Mantel de jas
- Hose de broek
- Sakko het colbert
- Kappe, Baseballmütze de pet
- Kleid de jurk
- Hemd het shirt
- Hemd het overhemd
- Liste het listje
- außerdem trouwens
- etwas Gutes iets goedes
- brauchen nodig hebben
- teuerst duurst
- billigst goedkoopst
- reduzierd afgeprijst
- Jeanshose de spijkerbroek
- flott vlot
- elegant elegant
- Synonym het synoniem
- teuer prijzig
- preiswert voordelig
- sportlich sportief
- vornehm chic
- Kunde de klant
- anprobieren passen http://verben.woxikon.de/verbformen-niederlaendisch/passen.php
- bar contant
- Größe de maat
- Ankleidekabine de paskamer
- im Voraus van tevoren
- fröhlichst vrolijkst
- zäheln tellen
- meist meest
- obwohl alhoewel
- Kanal het kanaal
- Eingangstür voordeur
- schmalst smalst
- entspannendst ontspannendst
- übrigens overigens
- Wassertaxi de watertaxi
- besichtigen bekijken http://verben.woxikon.de/verbformen-niederlaendisch/bekijken.php
- Was halten sie von... ? wat dacht u van... ?
- schönst leukste
- Bußgeld de bekeuring
- überflüssig overbodig
- bringen brengen http://verben.woxikon.de/verbformen-niederlaendisch/brengen.php
- bekanntest bekendst
- berühmt beroemd