Niederländisch (Fach) / Kolyma 2 (Lektion)
In dieser Lektion befinden sich 179 Karteikarten
Vokabeln aus dem Buch
Diese Lektion wurde von Albershof erstellt.
Diese Lektion ist leider nicht zum lernen freigegeben.
- drentelde schlenderte
- ceintuur Gürtel
- boordevol randvoll
- afleveren abliefern
- contrabande Schmuggelware
- schuilplaats Unterschlupf
- wortelt Wurzeln
- wat evident was was offensichtlich war
- niets schelen egal
- geen halt ungeprüft / unkontrolliert
- in welk opzicht gewijzigd in welcher Weise geändert
- gewijzigd geändert
- jij was in de rouw du war in Trauer
- rouw Trauer
- hervormingen Reformen
- voorstander Fürsprecher
- er heerst een sfeer van toegeeflijkheid es herrschte eine Atmosphäre der Toleranz
- er zijn stappen ondernomen es sind Schritte eingeleitet worden
- maatschappelijke gevolgen sozialen Auswirkungen
- tegen de badkuip geleund lehnte sich gegen die Badewanne
- badkuip Badewanne
- rampen Katastrophen
- kalmerend middel Beruhigungsmittel
- ik ken de staf ich kenne das Personal
- de staf Personal
- weegschaal Waage
- dissidenten Andersdenkende
- vastberadenheid Entschlossenheit
- koppigheid Sturheit
- zijn vakkennis sein Wissen
- herhaaldelijk tegen verzet wiederholt widersetzten
- werktuigelijk mechanisch
- gespeend entwöhnt
- zuiver geweten gutes Gewissen
- kalkoplossing Kalklösung
- burgerlijkheid Höflichkeit
- met grieven mit Beschwerden
- vloeibaar voedsel flüssige Nahrung
- verspilling Abfall
- deeg Teig
- brugleuning Brückengeländer
- gaf een schop gab einen tritt
- achterbak Kofferraum
- plaveisel Pflasterung
- en naar haar grieven had geluisterd und horchte auf ihre Beschwerden
- assertiever selbstbewusst
- dat wordt een botsing Das gibt eine Kollision
- slechts nur
- haveloze zerlumpt
- ging geheel schuil ging komplett ausgeblendet